Omnibus | Ivanka de Ruijter nieuwe stadsdichter

Ivanka de Ruijter nieuwe stadsdichter Ivanka de Ruijter is de komende drie jaar stadsdichter van Wageningen. Ivanka nam het publiek in haar gedicht mee op een tocht door de stad, en werd werd door de jury als beste verkozen. De overige zes kandidaten waren Pascal van Gijtenbeek, Tim Horsting, Marjel Neefjes, Marisabel Pardo, Henk van Ruitenbeek en Pauline Schakenbos.

‘Het was geen eenvoudige keuze’, zo sprak juryvoorzitter Lara de Brito bij de bekendmaking. ‘Zonder de anderen te kort te doen, er zijn twee dichters die je als stadsdichter zou willen benoemen. Daarom vindt de jury het op zijn plaats om Tim Horsting een eervolle vermelding toe te kennen.’

Bekijk de video van de uitslag en het winnende gedicht op: https://www.gelderlander.nl/de-vallei/ivanka-24-dichter-van-haar-eigen-stad-wageningen~a4e2aa21/

Omnibus

Aan een strandje langs de Rijn
drijft een raamkozijn zonder ruit.
Het heeft vast een lang verleden,
rust hier tussen de kribben uit

van alles dat het heeft bekeken
en van zijn zware dobberpad.
Het heeft besloten hier te pozen:
op deze grens, bij deze stad,

net als het water in de haven.
Naast groene silo’s vol beschuit
spiegelt een rust in duizend strepen
Vóór alles verder moet, vooruit.

Wat werd gezien aan deze oevers?
En welke verhalen zijn afgereisd?
Wat keerde terug per boot per bus,
Per Bello, per boek – wie werd hier wijs?

Welke verhalen verbeelden de stad?
Wie speelde bij de beeldfontein?
Wat werd er door welk raam gezien?
Wie danste op ons marktplein?

Ik wens de stad een omnibus
met al haar duizenden verhalen
die gidst naar alle oude stegen
en u, zo dan en nu, laat dwalen.

Langs het Emmapark, waar zíj soms
uit het raam kijkt, heel verliefd,
richting vijf hoge populieren,
wachtend op een liefdesbrief.

Langs het jongetje in Noordwest,
de Columbus van het Hooilandplein.
Midden op zijn stenen boot
is hij de jongste kapitein.

Ik wens de stad een omnibus
die haar legendes bindt,
waarmee je wegen naar de randen
van haar verhalennetwerk vindt.

Daar verrijzen de gebouwen,

kenniskubussen langs de stad,
waarin zich antwoorden ontvouwen
die nooit iemand heeft gehad.

Een jonggeleerde zal je vinden,
die uitziet vanaf zijn flat,
stille bussen ziet passeren
als water stromend langs groen bed.

In onze Rijn vertrekt het raampje,
op zoek naar een nieuw perspectief,
terwijl zíj, glimlachend in de zon,
geniet van een lange liefdesbrief.

Het jongetje koerst richting huis,
vaart dapper op acht knopen.
Zo laat hij zien dat elke reis
in lemniscaat zal lopen.

Hier rijdt de bus de kringloop rond
als nieuwe navelstreng,
die berg, en plein en haven zal
verbinden met de Eng.

Maar ik wens de stad een omnibus
die haar verhalen vat,
Zodat iedereen die daarin reist of leest,
thuis komt in onze stad.

SLUIT
SLUIT