Beperkte subsidies dwingen ons om creatief te zijn

Door de beperkte subsidies voor monumenten moet je creatief zijn, stelt Arno Boon, directeur van maatschappelijke onderneming BOEi. ‘We verbinden ons nu met duurzaamheid of het verminderen van de tweedeling in de samenleving. Dat kan ook goed met het Postkantoor in Wageningen.’


Vijfentwintig jaar geleden dreigde steenfabriek De Bovenste Polder (1923) nog te worden afgebroken, nu is het een voor Wageningen gezichtsbepalend pand waar kunstenaars ateliers hebben, muzikanten oefenruimtes, waar de kanovereniging zijn boten opslaat en waar twee gezinnen wonen. Mede-initiatiefnemer en organisator van het project is Arno Boon. Het project was voor hem de opstap naar het directeurschap van de maatschappelijke onderneming BOEi in 2002.

Afgelopen 20 jaar is BOEi betrokken geweest bij het restaureren en het vinden van een herbestemming voor zo’n 150 historische gebouwen in heel Nederland, waaronder monumentale kerken, boerderijen, kloosters, gevangenissen en fabrieken. Daarbij vervult de onderneming de rol van aanjager, als adviseur of investeerder. Projecten duren van het eerste idee tot de opening 3 tot 17 jaar. BOEi ontvangt geld van fondsen en telt 9 aandeelhouders, waaronder AM Wonen, bouwonderneming Volker Wessels of het Oranje Fonds.

Boon vindt niet dat de monumentenzorg in Wageningen bedreigd wordt omdat er te weinig subsidies voor monumentenzorg zijn. ‘In Wageningen is echt wel wat bereikt’, zegt hij. Relatief veel historische gebouwen zijn hier bewaard gebleven, zoals Steenfabriek Plasserwaard, Zaadcontrole en een paar gebouwen van de Wageningen Universiteit. Het oude voetbalstadium op de Wageningse Berg, waarvoor de plannen nu bij de Raad van State liggen, krijgt uiteindelijk ook de geplande herbestemming voor sport en gezondheid, denkt Boon.

‘Mensen die zeggen dat kunst en erfgoed onder druk staan, bedoelen vaak dat er te veel bezuinigd wordt. Maar subsidies maken ook lui. De beperkte subsidies voor monumentenzorg dwingen ons bij BOEi om creatief te zijn, en ons te verbinden met andere doelen dan alleen behoud van het monument.’ Het behoud van het cultuurhistorische karakter en de bijzondere verhalen die erbij horen, is het belangrijkste doel van BOEi. Zo blijven we zien hoe mensen in vroegere tijden leefden en hun samenleving opbouwden. Bovendien ontstaat door de herbestemming ruimte voor nieuwe functies van het gebouw die bij het karakter passen.

Maar BOEi realiseert met de herbestemmingen inmiddels zoveel mogelijk doelen, vooral ook op het terrein van circulariteit, het tegengaan van bevolkingskrimp en het verminderen van de tweedeling in de samenleving. De projecten kunnen dan namelijk ook een beroep doen op gelden in andere sectoren dan de monumentenzorg. ‘Een gemiddelde restauratie kost tussen de vijf a tien miljoen euro, zo’n tweeduizend euro per m2, rekent Boon voor. ’Slechts veertig tot zestig procent van de investeringen is terug te verdienen uit huur, De rest halen we uit andere gelden zoals voor biomassa-installaties. En het aardige is: omdat monumenten zo aaibaar zijn, zijn het hele goede proeftuinen voor nieuwe thema’s’

Een recent voorbeeld van een geslaagde duurzame renovatie is de energie neutrale Westhal op de Enka in Ede. Op deze voormalige kunstzijdefabriek (1922) zijn, onder begeleiding van de Wageningse energieadviseur Frank Zegers, 1700 zonnepanelen op het dak gezet. In Leeuwarden wordt sinds vorig jaar de Blokhuispoortgevangenis (1822) volledig op biomassa verwarmd. De gemeente levert hiervoor   snoeiafval. In de oude gevangenis, die begin volgend jaar klaar is komen er een hotel, poppodium, horeca, een bibliotheek, ateliers en kantoren.

Boon juicht het plan toe om het oude postkantoor in Wageningen een culturele bestemming te geven: het is een gebouw uit naoorlogse wederopbouw uit de jaren zestig en we hebben niet zoveel meer van die wederopbouw tijd in Wageningen. ‘Maar renoveer dat gebouw dan ook meteen zo dat het duurzaam is’, zegt hij. ‘En neem daarin Junushoff mee. Met al het snoeiafval van Wageningen zou je voor de verwarming van beide gebouwen een heel eind komen. Van het Plantsoen kun je een verbindend plein maken.’

Duivendaal zou zich goed lenen voor wonen, vindt Boon. Waarbij je zo’n functie ook zou kunnen verbinden met duurzaamheid. Je kunt er bijvoorbeeld deelauto’s bij leveren. Ontwikkelaar BPD doet dit al bij de herontwikkeling van het Coberco-terrein in Arnhem . Voor de aula die de universiteit gaat afstoten, zou Boon ook graag een culturele bestemming zien, de aula was immers altijd al een podium. De kosten voor onderhoud zouden deels gedekt kunnen worden door de bouw van nieuwe huizen op het terrein.

Boon is gewend op lange termijn te denken. Veertig jaar vooruit kijken vindt hij geen probleem. ‘Strippen van gebouwen, waarbij je de buitenkant eraf haalt maar de betonnen structuur laat staan, gaat veel belangrijker worden’, zo voorziet hij. ‘En dat is goed, want er moet veel duurzamer worden gebouwd en gesloopt. Nu is 40 procent van al het afval bouwafval.’ Maar de discussie over welke ‘buitenkanten’ je bewaart zal actueel blijven. Van elke periode is het immers belangrijk erfgoed te bewaren. Boon: ‘Zoals het nu ook belangrijk is in Wageningen het postkantoor te behouden. We blijven dan zien dat er ooit zoiets bestond als papieren post en papieren geld.’

SLUIT
SLUIT