Column

Een Gewoon Gesprek met Jeweetwel

Ja met mij weer. Nog even verder, ik was nog niet klaar, het gaat over mijn toekomst, mijn volgende toekomst. Ik moet eigenlijk nu dichten, ik sta al op de Dodge, de mensen staan te wachten maar het kon alleen maar nu zei u. U weet, mijn nabije toekomst ziet er somber uit, alles gaat minder, je krachten nemen af, ze vragen je alleen uit meelij nog als dichter. En als het dan zover is lees je twee keer hetzelfde voor zonder dat je er erg in hebt. Of je flikkert van je eigen Dodge af. ‘Geeft niks hoor’, zeggen ze dan. En iedereen begint overdreven aardig te doen, op de markt mag je stukjes proeven, “Variatie voor op het boterhammetje, hè meneer? Goed idee van u hoor, je moet jezelf een beetje kietelen nietwaar meneer. Oh, u wilt betalen, nou vooruit dan, voor deze keer, omdat u het bent, ha ha. Wat zoekt u? Uw pinpas? Die hebt u in uw andere hand meneer, ha ha, kan iedereen overkomen hoor, geeft niks hoor!”. Als de mensen ‘geeft niks hoor’ beginnen te zeggen weet je dat het mis is. Je vlucht naar huis en verschuilt je achter je palissade van sansevieria’s. Daar zit je dan. Hopelijk zoekt iemand je nog eens op en dan praten we over vroeger, hoe we met die ouwe Dodge de hele stad op stelten hebben gezet, weet je nog, en als we optraden barstte het van de mensen, hele pleinen vol en ze riepen allemaal “Bis! Bis!” en “Meer! Meer!” En als je iets droevigs las moesten ze allemaal huilen. Maar ik had de lachers op mijn hand, weet je nog? Iedereen lachen, het klonk door de hele stad, weet je nog? Een keer werd er zo hard gelachen – dat was op de markt bij het stadhuis – dat de burgemeester naar buiten kwam om te zien wat er toch aan de hand was. En toen ie hoorde wat ik zei moest zo hard lachen dat ie niet meer kon stoppen, twee bodes hebben hem toen weg moeten dragen, weet je nog? Dat was nog eens een tijd!

Maar evengoed is oud zijn hel op aarde want van de regering moeten je familie, je partner en je buurvrouw je verzorgen. Daar hebben die arme mensen helemaal niet om gevraagd! En ik loop een leuke verpleegster met een glaasje wijn aan m’n bed mis, heb ik weer! Dus over die toekomst hè – ik kijk liever naar de volgende keer. Mag het weer in een stadje zijn, zoiets als dit maar dan met een écht station, niks is mooier dan vertrekken en thuiskomen op je eigen station. En mag het eindelijk met een stadsgracht waar je overheen kan varen en schaatswedstrijden kan doen of zo – voor de liefhebbers dan. Of met een rivier voorlangs of er doorheen, vind ik ook heel mooi, kunt u dat regelen? Van dat je dan op zo’n brug staat en je gooit een strootje in het water en dan kun je het langzaam weg zien drijven, mooi toch?

En had u verder eigenlijk nog iets speciaals voor mij in gedachten voor de volgende keer, als ik vragen mag? Kan er vast een stipje van de sluier? [STILTE] Ja? Zo! Ik ben benieuwd, laat maar horen. [STILTE] Wát? [STILTE] Écht? [STILTE] Nee hè! Dat trek ik niet! Al die tegenstrijdigheden, al dat gedoe, ik zou knetterzenuwachtig worden! Sommigen blijven hun hele leven zenuwachtig. Dat weet u toch? Oh nee daar kan ik helemaal niks mee! Is dit bespreekbaar asjeblieft? Laat me asjeblieft weer gewoon …, please? En als ik er volgende keer nou eens een geloofje bij doe, niet te streng maar gewoon een vriendelijk geloofje, zoals het ooit bedoeld was, is dat bespreekbaar alsjeblieft? [AFGEBROKEN] Hallo! Ik was nog niet klaar! Nondeju, heb ik weer!

Laurens van der Zee, organisator van De DodgeDichters, Cultuurzomer augustus 2022.

SLUIT
SLUIT