Ik weet het nog gewoon

Ik weet het nog, ik weet het nog gewoon
de wekelijkse slaapwandeling deze donderdagnacht
hoe het ging ongeveer, hoe ging het toch

Ik liep als het ware uit mijn kamer
via de trappen, donkere straten
naar de lege dijk
wilde terug om sokken te halen
want ik kreeg het koud
het bizarre was dat dat niet ging
het ging gewoonweg niet

Mijn benen zweefden daarentegen
met mijn schouders halverwege mijn middel
en mijn vingers langs mijn kuiten
de uiterwaarden in
het werd een vreemde, vreemde nacht

Er waren paarden, een stuk of zeven, acht
hinnikende paarden dreven in de drek
ze keken, terwijl ik traag dichterbij kwam,
alsof ik ze kon redden. Het gekke was dat ik
daar alleen maar een soort van doelloos hing
(achteraf volkomen logisch, want ik sliep
maar goed, dat wist ik toen nog niet)

Ineens was er een vrouw
in rode overall en met felgroene ogen
ze trok aan een ketting stuk voor stuk
de complete kudde op het droge
ja, zo ging het die nacht
zo ging het ongeveer precies
dat ik dat nog weet, niet te geloven gewoon.

Ik herkende die volgende dag
de felgroene ogen op het plein bij de kerk
ze bleken van de nieuwe burgermeester
tot zo ver niks geks toch, zou je zeggen
maar dan

Ik had het niet meer toen ik zag
dat de drek nog kleefde aan de ketting om haar hals
verzoop zowat in troebele gedachten
en ik weet het niet meer maar
het was een prachtige, prachtige nacht.

ter gelegenheid van de stadsdichtersverkiezing, 30 juni 2021

Ellen van der Kolk
SLUIT
SLUIT