Ik wilde je iets schrijven. Op de stenen voor je huis,
op het plein rondom de kerk, in de aarde van je tuin
of desnoods in de klei van de rivier, of hier.
En dan, van bovenaf beschouwd, is mijn papier
Madurodam waarin ik dan iets schrijven kwam en
mijn zinnen de bocht om gaan, precies waar dan mijn
komma’s staan en jij je hoofd dan kantelt.
Schrijven is een landschap scheppen, een plattegrond
van mijn gevoel met als doel jou er doorheen te gidsen
als in een stad die stil moet zijn. Die veel te stil moet zijn.
De straten strepen aan: we blijven bij elkaar vandaan,
maar we bewegen parallel. Ik oefen die evenwijdigheid
wel, maar hoop ook dat ze weer langzaam slijt.
Ik wilde je iets schrijven. Iets dat straks weer door
de kust of door de opgehouden rust verdwijnen zal,
maar dan onder de zoden ligt. Als aandenken een kaal
trottoir, maar wij weer heel dicht bij elkaar.
Ivanka de Ruijter
November 2020, t.g.v. Kunstkruimels en cultuurcroutons van de Waterlanders ten tijde van Corona en de lockdown.