Je zat stil en je tuurde naar de rode gordijnen
Grote mensen, ze zeiden: dit, is het theater,
tot daar waar dat koord loopt, publiek
op de stoelen in de rijen ervoor.
Dit hier is het echte, dat daar het decor.
Maar toen het begon, was je verdwenen
je zat op je stoel maar je speelde het spel.
Je zong zonder zingen, je deed mee zonder script,
je sprong zonder springen, je begreep zonder grip.
Je luisterde naar het verhaal dat ontstond,
rondom de spelers en hun dans op de vloer.
Het ontplooide zich ver voorbij de gordijnen,
het verhaal dat gekleed ging in dieprood velours.
Gordijnen, ze sloten, ze vormden het einde
en bogen een brug naar de werkelijkheid terug,
maar voor jou was het anders, schuin hield
je je hoofd en je keek als verdoofd, want je
had iets herkend.
Buiten, onder sterren, je stelde je voor
dat gordijnen geen grens zijn, en het doek
geen decor, maar dat spelers ook mens
zijn, en je danste en danste en danste,
maar door.
– Ter gelegenheid van het Cultuurdebat op zaterdag 10 maart 2018