Elisabeth

Soms hoop je dat ze binnenkomt,
haar voeten veegt en licht begerig
voortbeweegt naar de kast Engelse
pockets, dat haar wandelstok tikt
en zij dan even knikt bij wijze van
‘daar ben ik weer.’

Je zou willen dat ze schuilen kwam zodat
haar witte haren droog, haar rug nog licht
gebogen en haar ogen konden blijven.
Dat ze zou vertellen wat ze zocht en
wat ze las, zodat je steeds een beetje
beter dacht te weten wie ze was.

De ogen konden iets verhullen: verleden,
wijsheid, levenslust. Eén mondhoek zou
er krullen van de koffie die je bracht, en
ze zou alles observeren, rustig naar je
informeren: “kind, gaat het met jou wel
goed? Hier, neem een muffin, lekker zoet.”

Bij haar vertrek zou ze nog wijzen op die
titel in de krant en nog iets vinden van
die vertaling: “Nee, die deugt niet, van
geen kant. Het lijkt me goed dat je dat
weet.” En dan.. dan zou ze weer vertrekken,
gewoon zoals ze altijd deed.

Ivanka de Ruijter | Juni 2019 | Week van de Bevlogenheid

Ter nagedachtenis aan één van de liefste klanten van Boekhandel
Kniphorst, Elisabeth van Aller – van den Born (1931-2018).

SLUIT
SLUIT