Te wapen Wageningen

In ons wapen ruziën leeuwen om een kruis.
De ene wil het hoog, de andere laag.
Ik zeg laat weg, totdat we dat
of enig ander waarmerk waard zijn
want we zijn pas halverwege,
we zijn op weg.

In onze jubelstad zijn nog huizen
waar het buiten veiliger is dan binnen,
waar alles van de kanker- en de teringsoort is,
van vastgelopen ouder op het bleke nageslacht.
Sinds wanneer is iets normaal omdat het er is?

En hoe sterk staat Wageningen? Bouwheren,
beterweters, hebbers, zieners, klagers
belagen deze veste,
prikken in het mager apparaat
– ons stadje, met een feeststrik om,
en het instinct van een oester.

Waar is de kracht die ons wapen ons beloofde?
Waar zijn de leeuwen? Niet van die brommers
maar aardige leeuwen,
met de kop vol kennis en diploma’s,
een helikopterblik, ogen in hun rug,
vijf poten en een menselijk gezicht.
Ja, zulke moeten we kweken
en ze het beste geven van ons allemaal!

Misschien is het toeval maar misschien ook niet
dat in Wageningen “wagen” zit.
We moeten blijven zeggen hoe onze stad kan zijn
want anders blijven wij
hoe wij zijn vandaag.

Laurens van der Zee, stadsdichter van Wageningen
bij de presentatie van de Structuurvisie Wageningen,
Junushoff, 11 juni 2013.

SLUIT
SLUIT