Wiegelied

Een oude man liep op de molen toe
Een briesje trok hem aan zijn jas
En vroeg om aandacht, als een kind
Dat niet wilde gaan slapen.

De zon hing laag, de schaduw lang
De man begon te hummen
Voor de wind, een wiegelied
Maar liggen ging de wind nog niet.

Dus zong de man, de molenaar
“Lief windekind, ga slapen
Je hebt voor mij genoeg gedaan
Je maakte meel van al mijn graan.”

De wind hield van de molenaar
En streek hem langs zijn handen
Langs rimpels van het harde werk
Op alle zolders van de Vlijt.

De wind krulde zich op in luwte
En bij het krieken van de dag
Wakkerde hij de wiek weer aan
Maar de man was weggegaan.

Een ander hield er nu de wacht
Het wiegelied bleek afscheidszang
En de wind besloot te waaien
Om zijn vriend nog na te zwaaien.

De windhaan wees zijn richting aan

Hij speelde met servetjes
En humde in de Harnjeslaan
Als ooit een oude molenaar.

Hij bolde Wageningse lakens

Onderbroeken, schone was
Hij joeg lucht naar de molen toe
En o, hij was, nog lang niet moe.

Ivanka de Ruijter

T.g.v. de veertigste Molenmarkt bij Windkorenmolen ‘De Vlijt’
Wageningen, 8 september 2018.

SLUIT
SLUIT